- +31 (0)10 795 64 99
- info@kralgarage.nl
- Maandag - Vrijdag: 9:00 - 18:00 / Zaterdag: 09:00 - 18:00
Bij dieselmotoren wordt de uitstoot van roet gemeten.Bij benzinemotoren wordt de uitstoot van CO2 gemeten en de 4-gas test. De gemeten Lambda-waarde moet tussen de 0,97 en 1,03 zijn.De uitlaat wordt gecontroleerd op lekkage. Roestplekken op de uitlaat geven vaak een indicatie van een lek. Ook moet de uitlaat goed vastzitten.
De remmen dienen allemaal goed te werken. Als uw voorremmen niet werken merkt u dat direct, uw achterremmen zijn moeilijker te testen. Hiermee kan APK-Kral Banden&APK u van dienst zijn.
De ruitensproeier aan de voorzijde moet op de voorruit sproeien.Aan de voorzijde moeten de wissers functioneren in minimaal één stand (de intervalstand is niet verplicht) en de bladen moeten goed wissen. Het rubber mag niet loshangen.
Een gordel mag niet beschadigd zijn en moet kunnen blokkeren en goed vergrendeld kunnen worden in de gordelvanger. Dit geldt voor alle gordels in de auto. Alle gordels dienen aanwezig te zijn, ook achterin.
De stoelen dienen vast te zitten en de rugleuning moet vergrendelbaar zijn.
De bandenspanning wordt gecontroleerd. Aanbevolen wordt uw bandenspanning eens per maand zelf te controleren.De maat van de banden moet geschikt zijn voor de auto. Aan dezelfde as moeten gelijke banden zitten (dus links- en rechtsvoor). Banden mogen niet meer dan 3 cm uitsteken buiten de spatborden. Tussen voor en achteras mogen wel verschillende wielen en banden zitten.De banden moeten in de juiste draairichting gemonteerd zijn. Op nieuwere banden staat deze richting met een pijl aangegeven.
Schokbrekerveren moeten heel zijn. Bevestigingspunten mogen niet doorgeroest zijn. Ook bladveren moeten heel zijn en mogen geen losse veren bevatten.
Draagarmrubbers mogen niet zodanig gescheurd zijn dat ijzer op ijzer contact wordt gemaakt.
Per auto kan de stuurinrichting verschillen. Hetgeen gecontroleerd wordt is dus afhankelijk van de auto. Stuurkogels, flexibele koppelingen, kruiskoppelingen, stuurstangen, stuurkolom, stuurwiel en alle stoefhoezen en bouten moeten worden gecontroleerd. Er mag geen overmatige speling zijn en alles moet goed vastzitten.
De remslangen dienen in goede staat te verkeren. Deze mogen geen scheuren of andere uitdrogingsverschijnselen hebben waarbij de bewapening of het canvas zichtbaar is. De remslangen lopen vanaf de remklauw, achter het wiel, naar de auto. Soms bevindt zich ook bij de achterbrug een slang.
De dikte van de remschijf kan per model verschillen. Tussen een geventileerde remschijf en een reguliere remschijf mag verschil zitten. Soms staat de minimum dikte op de remschijf vermeld. Indien dit niet het geval is kunt u informeren naar de minimale dikte voor uw auto. U kunt dan de dikte meten met een schuifmaat of liniaal. Indien er gevaar bestaat op het breken van de remschijf kan dit een punt van afkeur zijn.
Roest op de remschijven is gedeeltelijk toegestaan. Hij mag niet meer dan 50% roest bevatten op het deel waar het remblok aandrukt op de remschijf.
De op het raadpleegscherm van de RDW vermelde brandstofsoort moet de juiste zijn.